Op de fiets Verreck & Pleijsier
Op de fiets (muziek: Paul Pleijsier, tekst: Marcel Verreck) Het zadel voelt wat smal nu En de racebroek zit te krap Mijn behaarde, bleke benen Zijn geheel gevuld met pap Maar wanneer ik even doortrap Zal het sneller beter gaan Je weet, blind optimisme Is de grond van ons bestaan Op de fiets, op de fiets Onderweg van iets naar iets En ik rij mijn eigen koers Ja, wees op mij nou maar jaloers Want ik fiets ja ik fiets En verder hoef ik niets Ik trap en zwoeg en puf en bries en zweet En wanneer ik wil kies ik mijn eigen meet Ik begin met windje tegen Want dan raak je opgewarmd En ik kies de stille wegen Die door struiken zijn omarmd Kom ik straks bij Hoek van Holland Draai ik om, terug langs de zee Ben ik net een echte renner Dertig plus met windje mee Op de fiets, op de fiets Onderweg van iets naar iets En ik rij mijn eigen koers Ja, wees op mij nou maar jaloers Want ik fiets, ja ik fiets En verder hoef ik niets Ik trap en zwoeg en puf en bries en zweet En wanneer ik wil kies ik mijn eigen meet Dan wordt een duintop eventjes Een zware col Bidon is leeg En mijn benen lopen vol Zoals het leven Een parcours dat verder welft Als dit een wedstrijd is Dan enkel met mezelf En wanneer ik nat en uitgepierd Mijn eigen straat inrijd Trek ik nog een laatste sprintje En ik controleer mijn tijd ‘k Sta weerspiegeld in een ruit Ach, zo heeft God het niet bedoeld Maar ook al zie ik er niet uit ‘k Heb me nooit zo goed gevoeld Op de fiets, op de fiets Onderweg van iets naar iets En ik rij mijn eigen koers Ja, wees op mij nou maar jaloers Want ik fiets ja ik fiets En verder hoef ik niets Ik trap en zwoeg en puf en bries en zweet Terwijl ‘k mijn bloedeloze lid tot leven kneed Denk ik: Ik ben een man van staal… met een houten reet!